Onze geheime plek

In gesprekken met dieren komt het soms voor dat dieren me hun ‘geheime plek’ laten zien. Dat is een plek, diep binnen in hen, waar niemand mag komen, die ze voor zichzelf houden en waar ze veilig zijn. En: waar ze heel zijn. Er zijn geen trauma’s, er is geen geweld en geen spanning.

Gisteren was ik op een congres waar ook over die plek werd gepraat en ik moest meteen aan de ezel van dertien jaar geleden denken. Ik heb de blog weer opgezocht en deel het graag in AnimalTalks.

“Vorig jaar april begon ik op deze blog mijn gesprekken met vrije dieren op te schrijven. Ik heb bewust gekozen om deze dieren vrije dieren te noemen in plaats van wilde dieren en daar ben ik nog steeds blij om. De dieren die vrij zijn van menselijke bemoeienissen leven hun leven namelijk perfect, in vrijheid, naar hun aard en hoe ze bedoeld zijn.
Door onzorgvuldigheid van mijn kant sprak ik soms dieren die toch verbonden zijn aan mensen. Daar sprak vrijheidsberoving uit. Leed dat hen door mensen was aangedaan waardoor ze niet kunnen zijn zoals ze zijn.
De ezel uit Jordanië die menselijke vracht naar boven moet sjouwen heeft erge indruk op me gemaakt:
Overdag moet hij doen wat hij moet doen, gaat alles op de automatische piloot maar ’s avonds en ’s nachts is hij ezel.
Ik vraag hem hoe hij tegen de mensen aankijkt die hem zo gebruiken. ‘Ze zijn uiterlijk hard maar ze hebben ons nodig. In de kern zijn ze afhankelijk van ons en dat maakt ze kwetsbaar. Er zit veel ‘ongevoeligheid’ om maar in hun kern zijn ze zacht. Ik zie de kern. Dat is het aanknopingspunt.’
De hele tijd geeft hij me het beeld van een uiterlijk in de vorm van een harde, redelijk onbuigzame massa met daarin een zachte, lichte kern ter grootte van een druif. Ik laat het beeld op me inwerken en zeg dat wij mensen vaak naar het uiterlijk kijken. Deze ezel kijkt alleen naar de kern. ‘Als alles wegvalt blijft de kern over,’ zegt hij.

In het boek Spoedcursus Verlichting van Tijn Touber lees ik: “Assagioli raakte er steeds meer van overtuigd dat ieder mens een kern bezit die intact is en gevuld is met schoonheid. Vandaar ook zijn grote interesse in spiritualiteit.” Roberto Assagioli was de grondlegger van de psychosynthese, en tijdgenoot van de grote psychotherapeuten Sigmund Freud en Carl Jung.
Piero Ferrucci nam het werk van Assagioli over na diens overlijden (1974). Ik citeer (blz. 176): “Volgens Ferrucci zit in ieder van ons een kern, waar we niet zijn gekwetst, waar we gezond, ontvankelijk en krachtig zijn: ‘Ik ben ervan overtuigd dat zelfs mensen die heel veel pijn hebben geleden, deze gezonde kern in zich dragen. Die kern terugvinden is misschien wel de mooiste zoektocht van ons leven. Als we terugkeren naar dit middelpunt – al is het is het maar heel even – dan worden ruzies en wrok ontmaskerd als absurde tijdverspilling.’ “
Het hoofdstuk waarin dit staat gaat over verbondenheid en heeft als titel De kracht van vriendelijkheid.
Ik vind het heel bijzonder dat de ezel me dit heeft kunnen vertellen voor ik het boek las. En ik citeer graag de woorden waarmee ik mijn informatieboekje (niet meer verkrijgbaar) over diercommunicatie begon: Luisteren met heel je wezen – naar wat dieren te vertellen hebben – Hun welwillendheid – harmoniseert mens en omgeving.”

Zo mooi om te zien dat wij mensen onze zoektocht hebben en dat dieren het gewoon al leven. En dat ik na dertien jaar nog aan de ezel uit Jordanië moest denken. (de volledige blog van de ezel zet ik hieronder).

Bij interesse: Het congres werd georganiseerd door ShiftAcademy en ging over de 3 principes.

 

 

De complete blog van de ezel uit Jordanië, 13 jaar geleden:

Vanuit Jordanië stuurt vriendin Petra deze foto. Alhoewel deze ezel geen vrij dier is, benader ik hem toch. Ik vertel hem wat ik weet: dat hij in Petra toeristen de berg op en af vervoert.
‘Dan weet je maar een stukje van mij,’ haakt hij in. Hij laat zien dat hij zijn blik op oneindig en verstand op nul zet als hij mensen vervoert. ‘Ze zijn vaak te zwaar. Ze zijn niet gewend om op een ezel te zitten. Daarom zitten ze niet fijn, ze bewegen niet mee. Een mens dragen waar samenwerking mee is, gaat soepel. Dan gaat vanuit eenheid en dat doe je samen. Voor toeristen ben ik een vervoermiddel.’ Hij laat nogmaals weten dat er een verschil is of iemand vanuit een gezamenlijk doel op hem zit of enkel als vervoermiddel. Hij herhaalt dat toeristen zwaar zijn.
Maar, vervolgt hij: ‘Ik krijg ook aandacht van mensen. Ze aaien me en doen lief.’ Dat laat hij zich lekker gebeuren.
Ik kom er niet achter waar zijn avondplek is. In ieder geval is het een plek met andere dieren en vindt hij er zijn rust. En wat belangrijker is: daar kan hij ezel zijn. Overdag moet hij doen wat hij moet doen, gaat alles op de automatische piloot maar ’s avonds en ’s nachts is hij ezel.
Ik vraag hem hoe hij tegen de mensen aankijkt die hem zo gebruiken. ‘Ze zijn uiterlijk hard maar ze hebben ons nodig. In de kern zijn ze afhankelijk van ons en dat maakt ze kwetsbaar. Er zit veel ‘ongevoeligheid’ om maar in de kern zijn ze zacht. Ik zie de kern. Dat is het aanknopingspunt.’
De hele tijd geeft hij me het beeld van een uiterlijk in de vorm van een harde, redelijk onbuigzame massa met daarin een zachte, lichte kern ter grootte van een druif. Ik laat het beeld op me inwerken en zeg dat wij mensen vaak naar het uiterlijk kijken. Deze ezel kijkt alleen naar de kern. ‘Als alles wegvalt blijft de kern over,’ zegt hij.
Hij vertelt dat als zij hun werk niet meer kunnen doen, de beslissing tot afmaken in de kern besloten wordt. ‘Afmaken is genadiger dan niet meer verzorgen en laten afsterven,’ vertelt hij. ‘Afmaken wordt vanuit die kern gedaan.’
Ik ben behoorlijk onder de indruk van deze ezel en zijn zienswijze. Dit bedenk je toch niet zelf … ik in ieder geval niet.

1 antwoord

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *